Differentieelschakelaar aansluiten
Graag zelf je differentieelschakelaar aansluiten? Een differentieelschakelaar of verliesstroomschakelaar is één van de belangrijkste onderdelen in je zekeringkast.
Zo zorgt de differentieelschakelaar voor een veilige werking van je elektrische installatie en voorkomt hij de kans op elektrocutie.
Maar hoe moet je zo een differentieelschakelaar aansluiten en hoe werkt het? Onze Solyd-specialisten vertellen je er alles over.
Wat is een differentieelschakelaar?
Een differentieelschakelaar wordt ook wel een verliesstroomschakelaar of aardlekschakelaar genoemd. Een differentieelschakelaar is een automatische schakelaar en staat in voor de bescherming van mensen tegen elektrocutie. Om die reden is een differentieelschakelaar verplicht in iedere zekeringkast volgens het AREI.
Een differentieelschakelaar meet voortdurend de ingaande (L1) en de uitgaande (N) stroom op je elektrische installatie. Als deze gelijk zijn, verloopt alles juist. Hebben deze een verschillende waarde, dan is er ergens een lek in je elektrische installatie. In het geval van een lek spreken we over verliesstroom of ook wel stroom die via de aarding wegvloeit.
Vanaf een bepaalde hoeveelheid lekstroom zal de differentieelschakelaar je elektrische installatie spanningsloos maken. Dit hangt af van de gevoeligheid van je differentieelschakelaar. Zo heb je differentieelschakelaars zoals de Vynckier Diff-o-jump 2p 40A 30mA, die beschikken over een gevoeligheid van 30mA. Maar er zijn ook differentieelschakelaars zoals het Schneider differentieel 4p 40A 300mA, die beschikken over een gevoeligheid van 300mA. Dankzij het spanningsloos maken van je elektrische installatie, zorgt de differentieelschakelaar er niet alleen voor dat er geen elektriciteit verloren gaat, maar loop je ook geen gevaar op elektrocutie.
Differentieelschakelaar 30mA
De gevoeligheid van een differentieelschakelaar bepaalt bij welke hoeveelheid lekstroom de installatie spanningsloos zal gemaakt worden. Hoe gevoeliger de differentieelschakelaar, hoe sneller dat de installatie zonder spanning zal vallen en hoe kleiner het lek in je installatie mag zijn.
Er zijn twee soorten gevoeligheden bij een differentieelschakelaar. Namelijk 30mA of 300mA. Differentieelschakelaar met een gevoeligheid van 30mA zijn veel gevoeliger. Op die manier zullen deze al in werking treden bij een kleiner lek. Volgens de nieuwe regels van het AREI is het verplicht om een differentieelschakelaar 30mA gevoeligheid, te plaatsen op kringen van vochtige ruimtes, maar ook op kringen met verlichting en stopcontacten.
Differentieelschakelaar 300mA
Een differentieelschakelaar 300mA daarentegen is veel minder gevoelig en zal op die manier de elektrische installatie spanningsloos maken bij een grotere hoeveelheid lekstroom. Differentieelschakelaars 300mA worden daarom vooral op kringen geplaatst met toestellen die beschikken over een vaste aansluiting. Denk hierbij maar aan de oven, het kookfornuis en de microgolf. Volgens de regels van het AREI moeten differentieelschakelaars 300mA in het begin van de elektrische installatie geplaatst worden. Om die reden wordt dit type differentieelschakelaar ook wel de hoofddifferentieel genoemd.
Een differentieelschakelaar aansluiten
Voor je start met het plaatsen van de differentieelschakelaar, is het belangrijk om een geschikte zekeringkast en DIN-rail te voorzien. De meest voorkomende zekeringkast is de 54 module verdeelkast met 3 rijen van 18 modules. Een voorbeeld van zo een zekeringkast is de Vynckier Fix-O-Rail 150.
Vervolgens begin je met het plaatsen van de hoofddifferentieelschakelaar voor de droge ruimtes. Meestal wordt deze links onderaan in de zekeringkast geplaatst, omdat de voedingskabel van de meterkast daar binnenkomt.
In de volgende stap, plaats je de differentieelschakelaar 30mA . Hierbij is het belangrijk dat je de differentieelschakelaar 30mA ook aansluit op de hoofddifferentieelschakelaar.
Werk de zekeringkast af met automatische zekeringen. Hiervoor gebruik je het best automaten van 20A voor de verschillende kringen met stopcontacten. Voor verlichting is het aangeraden automatische zekeringen van maximum 16 A te nemen. Maak je gebruik van gemengde kringen met stopcontacten en verlichting? Gebruik dan automaten van 16 A.
Verbind de differentieelschakelaars met de automatische zekeringen. Hiervoor gebruik je een kamgeleider. Je doet dit door de klemmetjes, die zich onder de automaten en differentieelschakelaars bevinden, open te zetten. Vervolgens schuif je de kamgeleider in de openingen en schroef alles opnieuw vast.
Neem tot slot een VOB draad van 10mm², ontstrip het uiteinde en verbind de onderkant van de hoofddifferentieelschakelaar (300 mA) met de onderkant van de eerste (aansluitende) automatische zekering. Maak op dezelfde manier verder de verbindingen met de andere rails in de zekeringkast. Verbind ook de onderkant van de hoofddifferentieelschakelaar met de onderkant van de verliesstroomschakelaar van 30mA voor vochtige ruimtes.
Zoals je ziet kan je perfect zelf een differentieelschakelaar aansluiten. Wil je graag meer weten over het aansluiten en bekabelen van een zekeringkast? Of heb je graag een overzicht van je elektrische installatie op een eendraadschema? Neem gerust contact op met onze Solyd-specialisten, die je met plezier verder helpen.
