Zekeringkast aansluiten

Geplaatst: April 20, 2020
Zekeringkast aansluiten

De zekeringkast is het hart van je elektrische installatie. Als je een nieuwe installatie plaatst of een herstelling/uitbreiding doorvoert, dan zal je dus ook al vlug bij je zekeringkast uitkomen.

Een nieuwe zekeringkast aansluiten lijkt misschien een hele klus, maar met het juiste stappenplan kan je het perfect zelf doen.

Onze Solyd-specialisten leggen je in 4 snelle stappen uit hoe je nieuwe zekeringkast kan aansluiten.

In onderstaand voorbeeld gaan we ervan uit dat de zekeringkast reeds is bekabeld. Zijn je automatische zekeringen en differentieelschakelaars nog niet doorverbonden? Lees dan eerst zeker ons advies over het correct bekabelen van je zekeringkast. In het voorbeeld werken we met een differentieelschakelaar 300 mA voor de droge kringen en een bijkomende differentieelschakelaar 30 mA voor de vochtige kringen. De droge kringen zijn onderaan de zekeringkast gemonteerd en de vochtige kringen bovenaan.

Zekeringkast plaatsen

Zorg er bij het aansluiten van de zekeringkast altijd voor dat je spanningsloos werkt. Werk je aan een volledig nieuwe installatie? Dan kan je de voedingskabel in de meterkast best als laatste verbinden. Werk je met een bestaande installatie die al verbonden is aan het elektriciteitsnet? Dan raden we je aan om de schakelaar in de meterkast uit te zetten. Om na te gaan kan je steeds een spanningsmeter gebruiken.

Neem nu de zekeringkast erbij. Heb je de aardingsrail nog niet op de verdeelkast bevestigd? Doe dit dan eerst alvorens de kast op de muur te monteren. De aardingsrail bevestig je meestal onderaan in de zekeringkast.

Plaats de zekeringkast nu op een hoogte van ongeveer 1m50. Op die manier is de kast goed bereikbaar en kan je er later ook makkelijker in werken. Als je de zekeringkast wilt bevestigen op een vochtige buitenmuur, dan raden we je aan om gebruik te maken van betonplex of triplex om te vermijden dat er vocht in de zekeringkast terechtkomt. Bevestig nu de zekeringkast met de gepaste bevestigingsmiddelen en maak de kabeldoorgangen boven- en/of onderaan vrij. Dit is de leidingdoorvoer voor de zekeringkast. Gebruik daarvoor de geschikte wartels of kabelinvoeren. De grootte van de wartel is afhankelijk van de sectie van je kabel. Voor een 3G2,5mm² gebruik je bijvoorbeeld de V-TEC wartels M20. Voor XVB kabels tot 6mm² gebruik je dan weer de V-TEC wartels van M25.

De kabel van de meterkast aansluiten

Bij het aansluiten van een zekeringkast of voorbedrade zekeringkast begin je best met de dikste kabels. Deze zijn stug en nu heb je nog veel plaats in de kast. De verbinding tussen de meterkast en de zekeringkast doe je met een dikke XVB kabel zonder aarding.

XVB 3G2,5 kabel

Duw de blauwe en bruine draad achter de differentieelschakelaar van 300 milliampère in de kast en knip op maat. Strip vervolgens de geleiders voor een goed contact met de klemmen. Let bij het ontmantelen van de geleiders wel op dat je ze niet te ver “afstript” of te diep snijdt om inkervingen en latere breuken te vermijden. Zo blijven er geen naakte koperen delen blootliggen na aansluiting.

Plaats de bruine geleider op de linkse klem van de hoofddifferentieelschakelaar en de blauwe geleider op de rechtse klem of de Neutraalklem. Bij Franse merken, zoals Schneider, kan het zijn dat de Neutraalklem echter links zit, gemarkeerd met de letter “N”. In dat geval sluit je de blauwe geleider dus links aan i.p.v. rechts. Schroef de geleiders vast in de klem met behulp van een schroevendraaier. We raden af om dit met een accuschroefmachine te doen, omdat het te hard aanschroeven de draden kan pletten en draadsectie verminderen.

De gele hoofdaardingsgeleider of aardingskabel (VOB 16mm² geel/groen) breng je naar de onderkant van de zekeringkast, waar de aardingsrail gemonteerd is. Wacht nog even met deze aardingsgeleider te bevestigen. Wanneer alle andere kabels zijn verbonden, kan je dan de aardingsgeleiders allemaal tegelijk aansluiten.

De kabel voor stopcontacten en verlichting verbinden

Sluit nu alle kringen met stopcontacten aan op een automatische zekering. Hiervoor ga je op dezelfde manier te werk: de bruine geleider plaats je op de linkse klem van de automaat, de blauwe geleider op de rechtse klem en de aardingsgeleider breng je naar de aardingsrail onderaan de zekeringkast. Voor kringen met uitsluitend stopcontacten gebruik je automaten van maximum 20 ampère en draden met een draadsectie van 2,5mm².

Op een kring met stopcontacten mogen maximum acht stopcontactgroepen bevestigd worden. Hierbij kan een stopcontactgroep bestaan uit één enkel stopcontact (enkelvoudig stopcontact), maar ook uit meerdere stopcontacten wanneer deze in dezelfde behuizing zitten en dus met elkaar verbonden zijn (meervoudig stopcontact). Zo kan je bijvoorbeeld ook de geleiders van twee kringen van drie en vijf enkelvoudige of meervoudige stopcontacten samen in één automaat steken. Beperk wel het aantal draden per kooiklem van een automaat tot maximum twee, zo voorkom je dat de draden niet goed vastgeklemd te zitten.

In het geval van een gemende kring, waarbij stopcontacten en verlichting gecombineerd worden, telt een verlichtingspunt ook als een stopcontact. Om de automaten te verbinden gebruik je opnieuw geleiders van minimum 2,5mm².

De kringen voor de verlichting verbind je met een automatische zekering van maximum 16 ampère. De geleiders van de kabels of voorbedrade buis hiervoor zijn minimum 1,5mm² dik.

Nu alle kabels verbonden zijn met je automatische zekeringen, kan je de aardingsdraden gaan bevestigen in de aardingsrail. Ontmantel de aardingsdraden en steek of schroef deze vast in de voorziene aansluitingen op de aardingsrail. Probeer altijd de geleider langs de bovenkant van de klem in te voeren. Op die manier verhinder je alvast dat de geleider uit de klem zou vallen, moest hij ooit loskomen.

De zekeringkast afwerken

Controleer nog eens alle schroeven manueel met een schroevendraaier. Losse schroeven zijn namelijk de belangrijkste reden voor woningbrand. Ga ook zeker na of er nergens nog koper zichtbaar is in de zekeringkast. Bedek vervolgens alle open gaten in de zekeringkast met afdekplaatjes, ook wel afdekstrips genoemd, zodat er geen achterliggende bedrading meer zichtbaar is.

Voor de keuring van je elektrische installatie is het verplicht om ook een identificatie bij de differentieelschakelaars en de automaten aan te brengen. Gebruik hiervoor de letters die overeenstemmen met de benaming van de kring op je schema. Werk de zekeringkast ten slotte af met de deur en vergeet niet om de verplichte stickers – het bliksemschichtlogo en de netspanningsaanduiding – op de deur van de kast te kleven. Heb je meerdere kasten, benoem dan ook je kast. Laat je nieuwe installatie tot slot controleren door een erkend keuringsorganisme voordat je ze in gebruikt neemt. Een dergelijke controle is bij wet verplicht en geeft jou ook een garantie naar veiligheid toe.

 

Heb je na het lezen nog vragen over jouw elektrische installatie? Neem dan zeker contact op met onze Solyd-specialisten. Ze helpen je graag verder!

Bel ons op 03 808 69 00