Zelf een ventilatiesysteem plaatsen

Wanneer je zelf je ventilatiesysteem plaatst, kun je behoorlijk wat geld uitsparen.

Dit is bovendien helemaal niet zo moeilijk. Het lijkt misschien een hele opgave, maar met de juiste ondersteuning is het perfect mogelijk.

Benieuwd hoe je het juiste systeem kiest en hoe je een ventilatiesysteem D plaatst? Ontdek de tips van onze Solyd-specialisten en ga voorbereid aan de slag.

Welk ventilatiesysteem kiezen?

Eerst moet je natuurlijk het type ventilatiesysteem waarmee je wilt werken kiezen. Je hebt hiervoor de keuze uit verschillende mogelijkheden:

In de meeste nieuwbouw- of verbouwprojecten wordt vandaag de dag gewerkt met een ventilatiesysteem C, C+, D of D+. Bij een C of C+ systeem werkt het systeem met natuurlijke luchtaanvoer en mechanische luchtafvoer. Die aan- en afvoer van lucht gebeurt bij een ventilatiesysteem C continu en bij een ventilatiesysteem C+ vraaggestuurd. Een voorbeeld van zo'n vraaggestuurd c-systeem is de Renson Healthbox.

Bij een ventilatiesysteem D of D+ gebeurt zowel de aanvoer als de afvoer van lucht volledig mechanisch. Net zoals bij de C-systemen, werkt een standaard ventilatiesysteem D continue, terwijl een ventilatiesysteem D+ vraaggestuurd zal ventileren. Bij Solyd heb je een ruim assortiment D en D+ ventilatiesystemen, zoals de Vasco DX4, de Zehnder ComfoAir of de Renson Flux+ wall. Benieuwd welk systeem geschikt is voor jouw woning? Lees dan de keuzegids van onze Solyd-specialisten.

Ventilatie legplan laten opstellen

Wanneer je je ventilatiesysteem hebt gekozen, is het tijd om de plaatsing voor te bereiden. Wil je graag snel en efficiënt te werk, dan laat je best een legplan op maat van jouw woning opstellen. Ook hiervoor kun je bij onze Solyd-specialisten terecht.

Op dit legplan staat onder meer waar je de buizen moet leggen, waar de ventilatie-unit komt, welke debieten je moet gebruiken en op welke plaatsen je gaten moet boren voor de ventilatieroosters. Daarnaast krijg je ook een gedetailleerde lijst met alle benodigde materialen en de bijhorende prijzen. Transparanter kan niet! Vervolgens bespreken onze Solyd-specialisten je ventilatiestudie ook graag persoonlijk met jou. Op die manier is alles duidelijk en kun je zonder twijfels starten met de installatie.

Hoe je ventilatiesysteem D zelf plaatsen?

De laatste fase is de plaatsing van het ventilatiesysteem zelf. Volg daarbij nauwlettend de instructies op basis van het legplan. Loop je tijdens de installatie van het ventilatiesysteem toch nog ergens op vast? Ook dan kun je nog steeds contact opnemen met onze Solyd-specialisten.

Voor de installatie van een C of C+ systeem moet je geen rekening houden met de ventilatiekanalen voor de luchttoevoer, want die gebeurt via roosters boven ramen en deuren.

We gaan in ons voorbeeld ervan uit dat we kiezen voor een ventilatiesysteem D. 

Boor de doorvoeren voor ventilatiekanalen

Afhankelijk van jouw woning en het gekozen ventilatiesysteem zal je de ventilatiekanalen inbouwen in de vloer, of wegwerken in een vals plafond of valse wand. Het boren van de nodige doorvoeren en het plaatsen van de ventilatiebuizen doe je dus best voor je aan de afwerking van je woning begint. Op basis van je legplan weet je waar de nodige gaten moeten geboord worden. Laat je deze betonboringen toch liever door een vakman doen? Dan kun je ook hiervoor beroep doen op Solyd.

Monteer de ventilatie-unit

Nu dat alle gaten geboord zijn, kun je de ventilatie-unit ophangen en installeren. Op basis van het legplan weet je perfect waar de ventilatie-unit moet geplaatst worden. Volg de instructies van de leverancier om de ventilatie-unit stevig aan de muur of op het plafond te bevestigen.

Plaats de ventilatiekanalen

Vervolgens kun je de ventilatiebuizen of ventilatiekanalen plaatsen. Begin met de buitenleidingen voor de luchtafvoer en luchtaanvoer en werk zo richting de ventilatie-unit. Deze verbinding maak je met geïsoleerde buizen of leidingen, ook wel WTW of warmtewisselaarkanalen genoemd. Zo’n geïsoleerde buizen zorgen ervoor dat je de aanvoer en afvoer van lucht nauwelijks zal horen en zorgt er ook voor dat er geen condens in de buizen en het systeem kan ontstaan door de temperatuurverschillen tussen de buitenlucht en de binnentemperatuur in je woning. De geïsoleerde buis bevestig je aan het plafond door middel van beugels. Vervolgens verbind je de leidingen met de ventilatie-unit.

Nu je de buitenleidingen voor de aanvoer en de afvoer van lucht hebt aangesloten op de ventilatie-unit, start je met het plaatsen van de binnenleidingen. Die zorgen voor de verbinding van de ventilatie-unit met de verschillende kamers in je woning. De keuze van de ventilatiekanalen hangt af van de hoeveel ruimte doe je hebt om ze weg te werken.

Als je de ventilatiekanalen kunt wegwerken in een vals plafond of een valse wand, kan je gebruik maken van ronde gegalvaniseerde spiraalbuizen. Deze zijn veruit de goedkoopste in aanschaf, maar zijn door hun grote diameter vaak moeilijk weg te werken. Daarnaast zijn de spiraalbuizen, ook wel spirobuizen of galvabuizen genoemd, niet isolerend voor geluid. Gebruik bij de aansluiting van de gegalvaniseerde buizen op de ventilatie-unit dus best een isolerende flexibele buis of slang. Let er hierbij goed op dat je de bocht van de flexibele slang niet te scherp maakt, want dit zou voor een vermindering in het luchtvolume kunnen zorgen.

Heb je minder ruimte om de ventilatiekanalen weg te werken? Dan kun je kiezen voor instortkanalen. Deze nemen minder plaats in beslag en zijn hierdoor ook eenvoudiger weg te werken in de vloer. Je hebt hierbij de keuze tussen starre ventilatiebuizen in gegalvaniseerd metaal en flexibele ventilatiebuizen in kunststof. De instortkanalen in gegalvaniseerd metaal zijn meestal rechthoekig of rond. De flexibele ventilatiebuizen zijn meestal rond, maar kunnen ook plat-ovaal zijn. Deze zijn over het algemeen makkelijker om te plaatsen, maar zijn ook iets duurder in aanschaf. Voorbeelden hiervan zijn de Renson Easyflex of de Vasco EasyFlow kanalen.

Maak vervolgens, bij galva-buizen de verbinding met de verschillende kamers door de ventilatiekanalen af te takken, meestal in vertakkende kanalen met kleinere diameters. Bij de dunnere instortkanalen, maak je hiervoor gebruik van een collector of verdeelkast. Werk je met gegalvaniseerde spiraalkokers? Dan maak je ofwel gebruik van T-stukken of slijp je de galvabuizen steeds op maat. Dit doe je opnieuw zowel voor de aanvoer- als de afvoerleidingen. Plaats vervolgens deksels op de geplaatste ventilatiekanalen, zodat er geen stof in komt bij de verdere werken.

Plaats de ventilatieroosters

Eens de woning volledig is afgewerkt kun je de ventielen of ventilatieroosters monteren. Werk ook je dak- of muurdoorvoer naar buiten af met een geschikt rooster.

Zit je nog met vragen over de installatie van jouw ventilatie-unit? Dan kun je steeds terecht bij onze Solyd-specialisten. Zij adviseren je graag in de ontwerpfase en ook tijdens de uitvoering van jouw project.