Aarding in je woning plaatsen: tips

Geplaatst: Augustus 12, 2025
Aarding plaatsen

 

De aarding of aardverbinding is de elektrische verbinding tussen elektrische apparaten of installaties met de aarde. Via deze verbinding worden lekstromen naar de aarde afgevoerd waardoor het risico op elektrocutie of brand voorkomen wordt.

Deze onzichtbare veiligheid is dan ook een belangrijk element bij iedere elektrische installatie.

Wil je de aarding in je woning aanleggen of verbeteren, dan moet je met bepaalde zaken rekening houden. We zetten hieronder alles voor je op een rij.

 

Waarom moet je aarding voorzien?

De aarding is een koperen geleider met een geelgroene isolatiemantel die alle elektrische toestellen in je woning verbindt met de aarde en eventuele lekstromen afleidt naar de aarde rond de woning. Die lekstromen kunnen bijvoorbeeld ontstaan wanneer een kabel beschadigd is geraakt en de elektrische draden in contact komen met de metalen behuizing van het toestel. Zonder aarding zou die stroom niet via de koperen geleider, maar via je lichaamsdelen door aanraking van de onder spanning staande delen zijn weg naar de aarde zoeken. Een correct geplaatste aarding zal je zo dus beschermen tegen elektrocutie en is dan ook een potentiële levensredder.

De aarding en het AREI

Omdat de aarding zo’n belangrijk element is in een elektrische installatie, is het in België ook verplicht in iedere woning. Aan welke voorwaarden de aarding in je woning dient te voldoen, staat beschreven in de voorschriften van het algemeen reglement op de elektrische installaties Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (het AREI).

Het belangrijkste element hierbij is de aardingsweerstand of de spreidingsweerstand. Dit is de (contact)weerstand van de aardelektrode tegenover de omliggende aarde. Deze ligt bij voorkeur zo laag mogelijk. Volgens het AREI moet de aardingsweerstand bij een huishoudelijke elektrische installatie beneden de 30 Ohm zitten. Om je elektrische installatie vlot te laten keuren, zal je de aarding dus zo moeten plaatsen dat je aardingsweerstand onder de 30 Ohm ligt. De hoofdaarding moet via de aardingsverdeler in je verdeelbord ook verbonden zijn met de aardingsaansluiting in je stopcontacten. Stopcontacten zonder aarding kunnen enkel nog behouden blijven in woningen die dateren van voor 1981, maar wanneer de bestaande vloer wordt verwijderd en er de mogelijkheid is om een aandingsdraad bij te trekken, moeten de stopcontacten aangepast worden naar een geaarde versie.

Hoe je aarding plaatsen?

Om de aarding correct te plaatsen, heb je verschillende onderdelen nodig. Zo bestaat de aarding uit een aardingslus of aardpinnen, een aardonderbreker en de equipotentiaal verbindingen. Of je nu met een aardingslus of aardingspinnen werkt, hangt af van het type woning. Voor nieuwbouw wordt steeds gewerkt met een aardingslus. Bij een renovatie is het meestal onmogelijk om nog een aardingslus aan te brengen, waardoor vaak met aardpinnen wordt gewerkt. Bij een uitbreiding van een bestaande woning, door bijvoorbeeld een aanpalend stuk nieuwbouw, wordt de voorkeur gegeven om gecombineerd te werken. Hierbij wordt er in het nieuwbouwgedeelt toch een aardingslus geplaatst en in het oude gedeelte een aardingspin geslagen. Beiden worden dan op de onderbreker met elkaar verbonden.

Aarding plaatsen in een nieuwe woning

Bij iedere nieuwbouwwoning die gebouwd is op funderingen van minstens 60 cm diepte is het verplicht om gebruik te maken van een aardingslus. Deze aardingslus bestaat uit een verlode koperdraad van 35mm² en wordt door de aannemer onder de buitenmuren op de bodem van de funderingssleuf geplaatst. De aardingslus wordt vervolgens afgedekt met aarde, want hij mag niet in contact komen met het beton.

Boven de grond worden de twee uiteinden van de lus weer aan elkaar verbonden op de aardingsonderbreker. Op de aardingsonderbreker sluit je ook de hoofd equipotentiaal verbindingen aan. Vanuit de aardingsonderbreker maak je vervolgens de verbinding met de zekeringkast of voorbedrade zekeringkast door middel van een aardgeleider.

Aarding plaatsen in een bestaande woning

Ga je jouw woning verbouwen of renoveren? Of wil je zonnepanelen toevoegen aan je bestaande installatie? Dan kan het nodig zijn om een nieuwe aarding te plaatsen of de bestaande aarding te verbeteren of versterken. Bij een verbouwing kun je echter meestal geen aardlus meer plaatsen. Een alternatief voor de aardingslus zijn de aardpinnen oftewel aardingsstaven. Dit zijn koperen staven van 1,5 of 2 meter lang die je in de grond klopt om zo voldoende aarding te voorzien. De punt van de staaf moet echter steeds 2 meter onder het maaioppervlak zitten. Staven van 1,5 meter worden dan bijvoorbeeld vanuit de kruipkelder geslagen, aangezien die zelf al een halve meter onder het grondoppervlak zit.

Plan je een grondige renovatie, waarbij je ook een nieuwe vloerplaat plaatst, dan sla je de aardingstaven bij voorkeur binnen. Zo zitten de pinnen en de koperen kabel die ze verbindt onder de vloerplaat en kan de aarding niet worden beschadigd. Kun je de pinnen niet binnen slaan, dan sla ze buiten in de tuin. Probeer de aardingsstaven op een plaats te slaan waar je later niet meer gaat graven. Zo vermijd je opnieuw dat de koperen leiding tussen de aardpinnen en het verdeelbord beschadigd zou raken.

Volstaat één aardingsstaaf niet om de aardingsweerstand onder de 30 Ohm te brengen, dan kan je ook verschillende aardingsstaven combineren. Dit doe je door ze ofwel op elkaar te bevestigen met een verbindingsmof of door ze naast elkaar te plaatsen en te verbinden met een geelgroene aardingsdraad type VOB van 16 mm². Als je de aardingsstaven naast elkaar plaatst, moet je een minimale afstand van (of gelijk aan) 2 meter tussen de verschillende aardingspinnen te voorzien. Zonder een goede onderlinge afstand tussen de aardingsstaven, overlappen de werkingssferen elkaar en wordt de weerstand niet kleiner.

Nadat je de aardingstaven correct in de grond hebt bevestigd, kun je ze door middel van een aardgeleider verbinden met je elektrische installatie. Tussen de staven onderling en in het traject naar de onderbreker, word de aardgeleider van 16 mm² in een buis gelegd en dit 60 cm onder het maaiveld. Die sluit je dan aan op de aardingsonderbreker. Hij heeft een minimale sectie van 16 mm², indien de geleider voorzien is van een geelgroene isolator, of van 25 mm², indien de geleider niet geïsoleerd is.

Op de aardingsonderbreker sluit je nu ook de hoofd equipotentiaalverbindingen aan. Dit gebeurt met een geelgroene geleider van 6 mm². Het zijn je gasaansluiting, wateraansluiting en de genaakbare metalen structuren in de woning die een hoofequipotentiale verbinding moeten krijgen. Vanuit de aardingsonderbreker maak je tot slot de verbinding met de zekeringkast met een geelgroene aardingsdraad type VOB. De sectie van deze draad moet minstens gelijk zijn aan de sectie van de actieve geleiders van de toevoerkabel van de teller. Over het algemeen zal eentje van 10 mm² volstaan, maar gemakkelijkheidshalve kun je de 16 mm² verder gebruiken omdat je die eventueel al nodig had voor de verbinding van je aardingsstaven.

Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen over het plaatsen of aansluiten de aarding? Neem dan zeker contact op met onze Solyd-specialisten. Ze helpen je graag verder.